Hanns Eisler (1898-1962): soldaat tijdens de eerste wereldoorlog, ontvluchtte Duitsland om via Parijs en Londen Los Angeles te bereiken. In 1948 wordt hij uit de VS gezet en dan staat Eisler in Oost Berlijn weer terecht op verdenking van foute motieven. Afgesneden van zijn wortels, zoekend naar de zin(loosheid) van het bestaan, zette hij op onnavolgbare wijze de woorden van Brecht op muziek. In zijn liederen hoor je het ontheemde en zijn verlangen naar een betere wereld. Luister hier ‘An eine Stadt’ met tekst van Friedrich Hölderlin.

De liederen van Eisler zijn geschreven voor zang en piano. Sommige hebben een zetting voor strijkers door Eisler zelf gecomponeerd. Wij hebben een nieuw arrangement voor barokorkest gemaakt. Is dat passend? Mag dat? Eisler en barok?

Lange lieb’ ich dich schon, möchte dich, mir zur Lust
Mutter nennen, und dir schenken ein kunstloses Lied, dir der Vaterlandsstädte ländlichschönste, so viel ich sah.
Wie der Vogel des Wald’s über die Gipfel fliegt, schwingt sich über den Strom, wo er vorbei dir glänzt, leicht und kräftig die Brükke, die von Wagen und Menschen tönt.
Da ich vorüber ging, fesselt’ der Zauber auch mich, da herein in die Berge mir die reizende Ferne schien.
Du hast dem Flüchtigen kühlenden Schatten geschenkt und die Gestade sahen ihm alle nach und es tönte aus den Wellen das liebliche Bild.
Sträuche blühten herab, bis wo im heiteren Tal
An den Hügel gelehnt oder dem Ufer hold,
Deine fröhlichen Gassen
Unter duftenden Gärten ruhn.

Vertaald door Ad den Besten

Lang reeds heb ik u lief, wild’u van harte graag
Moeder noemen en u zingen een zuiver lied, o gij liefste der steden, schoonst gelegene van mijn land.
Zoals over de bergtoppen een vogel wiekt, spant zich over de stroom, glinsterend langs u geen, licht en krachtig de brug die van de wagens en mensen galmt
Toen ik voorbij zou gaan, hield de de tovermacht ook mij vast,
Waar de lokkende verte in de bergen mij tegenblonk
Jij hebt den lichtvoetige koele schaduw gegund; zorgelijk zagen hem d’ oevers na, en hoe lieflijk toont in ’t water hun spiegelbeeld.
Struiken bloeiden terneer, tot waar in ’t vredig dal, aan de helling geleund of naar het water toe, het gewoel van uw straten
onder geurende gaarden rust.

Blijf op de hoogte Schrijf je in voor onze maandelijkse nieuwsbrief en maak kans op een cd